Pourquoy non?

Concerten Leeuwarder Kamerkoor 18 en 19 mei 2019

Pourquoy non? Componisten uit de Lage Landen
Zaterdag 18 mei 20.15 uur Nicolaaskerk Koarnjum; de Wier 7, 9056 PM
Zondag 19 mei 16.00 uur Sint-Martinuskerk Boazum; Tsjerkebuorren 1, 8635 MC

Toegang: Normaal € 15,- , t/m 12 jaar gratis ; 12 t/m 16 jaar € 10,- / e-tickets en kaarten reserveren via de site

Het Leeuwarder Kamerkoor duikt voor dit concert in de eigen culturele en muzikale geschiedenis. Het begint met componisten van de Vlaamse polyfonieschool, zoals Antoine Busnois, Pierre de la Rue, Jan Pieterszoon Sweelinck en Jacob Vredeman en gaat door tot de hedendaagse componisten zoals Daan Manneke, Ton de Leeuw en Alphons Diepenbrock en de jonge talentvolle componiste Mathilde Wantenaar.

Van bijzonder belang is de figuur Alphons Diepenbrock. Als autodidact componist bracht
Diepenbrock een vernieuwing teweeg in de vocale muziek in Nederland. Hij was een intieme
vriend van Gustav Mahler en Willem Mengelberg en daardoor genoot Diepenbrock op de
eerste rij van de muzikale ontwikkeling van zijn tijd, en maakte hij er ook deel van uit. Mahler schreef in een brief aan zijn vrouw: “Ik heb een zeer interessante Nederlandse musicus ontmoet, Alphons Diepenbrock, die heel eigenaardige kerkmuziek componeert. De muziekcultuur in dit land is enorm.”

We zullen ook luisteren naar de Missa Brevis van Ton de Leeuw, een stuk waarin deze hoogst
atonale componist terugkeert naar de oude muziek. Dit wordt duidelijk in de eerste maten
van het het Kyrie, waar de parallelle vijfde beweging terug te voeren is naar de sonoriteit van
de Middeleeuwen.

Mathilde Wantenaar 26 jaar heeft al veel in opdracht gecomponeerd voor belangrijke orkesten en toonaangevende musici. Van haar wordt een werk uitgevoerd dat onderdeel is
van de Sophia liederen.

Een van de belangrijkste personen uit de Nederlands muzikale geschiedenis is Jan Pieterszoon Sweelinck. Hij is het meest bekend door zijn klavierwerken, hij was organist in de Oude Kerk in Amsterdam. Zijn vocale werk is van een grote schoonheid. Hoewel hij meer dan 250 vocale werken schreef zijn de Geneefse Psalmen het bekendst. Deze psalmen werden gepubliceerd in vier verschillende edities (1604, 1613, 1614 en 1621) bestemd voor vier tot acht stemmen. Tijdens dit concert zullen we drie van deze psalmen horen: psalm 23 Mon Dieu me paint, psalm 24 – La terra au Segnieur appartient en psalm 96 – Chantez a Dieu. Deze psalmen zijn alle gebaseerd op de zettingen van de Geneefse Psalter. De psalmen zijn gecomponeerd in Genève tussen 1539 en 1562 op verzoek van Johannes Calvijn. De psalmen klinken in de zetting van Sweelinck in de verschillende stemmen door, soms verduisterd door de ingewikkelde polyfonie. In het tweede deel van Psalm 23, echter, horen we duidelijk de tenor de originele melodie zingen terwijl de andere stemmen eromheen verfraaien. In het eerste deel van Psalm 24 zingen de sopraan en alt beide een vers van de melodie terwijl in het derde en laatste deel de bas en de tenor verantwoordelijk zijn voor het zingen van de psalmmelodie.

In mynen sin, van Antoine Busnois, is een van de eerste voorbeelden van de polyfone muziek
in de Nederlands taal. In het artikel van Peter Woetmann, “De restauratie van Antoine Busnois; vier stemmige Vlaamse lied “In mynen sin”, wordt geschreven dat dezelfde muziek was gedrukt in een ander manuscript met de eerste tekst Le second jour d’avril. Dit is een polyfone compositie van een bekend Vlaams liefdeslied gepubliceerd in het Antwerps Liedboek in 1544. Vergelijkbaar met Pierre de la Rue’s, Myn hert altyt heeft verlanghen, ook
een liefdeslied met Nederlandse tekst gepubliceerd in het bekende Odhecation Libro C van
Ottaviano Petrucci in 1503.

Antoine Bunois en Pierre de la Rue zijn vooral bekend door hun Franse chansons, de taal die
destijds de voorkeur had voor kunstmuziek. Van deze chansons horen we van Pierre de la Rue
Pourqouy non, welke is verschenen in het Chansonnier van Marguerite d’autriche. Margaretha van Oostenrijk was erg dol op de muziek van Pierre de la Rue en liet grote afdrukken van zijn seculiere en geestelijke muziek maken.

Als eerbetoon aan haar eigen stad laat het Leeuwarder Kamerkoor de muziek van Jaques
Vredeman de Vries, Kapelmeester in Leeuwarden en een van de weinige componisten die ooit
de Friese taal gebruikte voor zijn kunstmuziek, herleven.